INTRODUCTIE

"Ze zeggen dat de rotsschilderingen die in heel zuidelijk Afrika te vinden zijn door onze voorouders zijn gemaakt. Al heb ik maar weinig van deze schilderingen gezien, ik geloof het. Diegenen die ik gezien heb, laten duidelijk dingen zien die ik zo goed van onze eigen cultuur ken. Ja, ik geloof echt dat de San* ze gemaakt hebben. Ik voel het in mijn lijf. Ik zie mezelf niet als zomaar een kunstenaar. Het kunstenaarschap behoort tot mijn erfgoed. Het is deel van mijn bestaan, zoals Ncoakhoe (San of het Rode Volk )deel van mijn bestaan is. Mijn traditie en mijn cultuur betekenen veel voor mij. Ik begrijp niet hoe mensen die niet om hun traditie geven, kunstenaar kunnen zijn. Daar gaat het toch om. Zelfs in tijden dat er voor onze mensen geen rotsen waren om op te schilderen, moesten ze hun artistieke vaardigheden kunnen uiten. Ze maakten toen prachtige ontwerpen voor sieraden van struisvogel eieren en houten kralen. Later, toen die te krijgen waren, gebruikten ze ook kralen van gekleurd glas. Ze sneden prachtige voorwerpen uit hout, die ze versierden met ingebrande patronen.

Ja, de belangrijkste reden dat ik schilder ben, is om de wereld te laten zien waar ik en mijn mensen van houden. Het is een manier om in mijn dagelijks onderhoud te voorzien, maar meer dan dat is het een manier om andere mensen te laten zien wie wij zijn en hoe wij leven. Het is ook een manier om te leren. Door middel van kunst leer je nieuwe technieken en je leert over andere culturen en hoe andere mensen denken en leven. Het tilt je op uit de duisternis."

DADA (Coex'ae Qgam) januari 2000





Diep in de Kalahari herleeft een groep San kunstenaars hun verre verleden, toen het veld nog eindeloos ver strekte en wild en voedsel in overvloed aanwezig waren. In uitgesproken vormen en felle kleuren brengen ze die tijd opnieuw tot leven in een sterk verlangen naar betere, voorbije dagen. Maar zij laten ook zien, zowel aan hun eigen volk als aan de wereld, dat zij nog steeds de 'Eerste mensen' zijn, die niet op het punt staan te verdwijnen of op te gaan in de wereld om hen heen. Ze zijn op zoek naar hun eigen (artistieke) plaats in de nieuwe wereldorde waarin hun land bijna verloren is gegaan, voedsel van het land schaars is, en de spanning van het jagen nog maar zelden beleefd wordt.

Diep in de Kalahari herleeft een groep San kunstenaars hun verre verleden, toen het veld nog eindeloos ver strekte en wild en voedsel in overvloed aanwezig waren. In uitgesproken vormen en felle kleuren brengen ze die tijd opnieuw tot leven in een sterk verlangen naar betere, voorbije dagen. Maar zij laten ook zien, zowel aan hun eigen volk als aan de wereld, dat zij nog steeds de 'Eerste mensen' zijn, die niet op het punt staan te verdwijnen of op te gaan in de wereld om hen heen. Ze zijn op zoek naar hun eigen (artistieke) plaats in de nieuwe wereldorde waarin hun land bijna verloren is gegaan, voedsel van het land schaars is, en de spanning van het jagen nog maar zelden beleefd wordt.

Het Kuru Kunst Project (Kuru Art Project) was geboren.

Er werd een workshop georganiseerd voor schilderen op textiel. Twee van de mooiste doeken werden naar Gabarone, Botswana gestuurd voor een tentoonstelling in de National Art Gallery. Prompt kocht het museum de doeken voor zijn vaste collectie.

Binnen drie jaar vond er een enorme ontwikkeling plaats. De kunstenaars gingen zich bezig houden met schilderen, grafische technieken, linoleumsnedes, zeefdruk en muurschilderingen. Aanvankelijk schilderden de kunstenaars met acrylverf op stof en hout. Tegenwoordig werken ze bij voorkeur met olieverf op opgespannen canvas. Het aantal kunstenaars dat betrokken is bij het project is gestabiliseerd tussen de 12 en 17, waarvan 6 vrouwen. Hoewel er soms een uitstapje wordt gemaakt naar andere thema's, lijken de kunstenaars een voorkeur te hebben voor thema's uit de traditionele sfeer van werken en leven. De vrouwen beelden met name voedsel van het land, mensen, vogels, werk van kralen, kledingstukken en sieraden af. De mannen richten zich vooral op dieren, mythische figuren en mensen. De kunstenaar Q.Moses heeft als eerste een actueel probleem uitgebeeld in zijn schilderij "H.I.V./Aids, Let us pray".

Veel schilderijen en prenten zijn gebaseerd op traditionele verhalen van de San. Een voorbeeld is Coexáe's linoleumsnede "Eyes on his feet / Ogen op zijn voeten". Dit verhaal wordt door Coxaé in Naro, de taal van de San, verteld. De uitgeschreven tekst vindt u in verschillende talen.



De Africaserver presenteert 61 kunstwerken. Voor deze expositie werd een recent olieverf schilderij van elk van de 14 kunstenaars geselecteerd. Tijdens de voorbereidingen van deze expositie overleed de kunstenaar Sobe Sobe (Augustus 2000). In een apart hoofdstuk kunt U de korte biografie vinden van alle 17 kunstenaars, inclusief de vier overledenen. Elke biografie wordt begeleid door enkele grafiese werken.

Het Kuru Kunst Project maakt deel uit van de Kuru Development Trust, een ontwikkelingsorganisatie van de San gemeenschap zelf, die ernaar streeft de kwaliteit van leven onder de gemarginaliseerde San gemeenschappen in Botswana te verbeteren. De Kuru Development Trust is actief in een twaalftal afgelegen San gemeenschappen in het westen en noorden van het land.

De zelfstandig werkende kunstenaars maken gebruik van de faciliteiten van het Kuru Kunst Project, dat een groot atelier bevat, een drukkerij, ruimte voor opslag en een donkere kamer. In ruil daarvoor neemt het Kuru Kunst Project de kunst aan op basis van commissie. Kuru heeft een voltijd kunst-coördinator en twee assistenten in dienst.

Tot het jaar 2000 was D'Kar alleen bereikbaar in een four-wheel drive over een onverharde weg. Nu leidt een asfaltweg door de ontoegankelijke Kalahari. Met deze allereerste tentoonstelling via de digitale snelweg hoopt de Africaserver het werk van de San kunstenaars uit D'Kar over de hele wereld en dichter bij u te brengen.

Meer informatie vindt U in de sectie colofon/meer info.

November 2000

*De San: zoals veel inheemse volken, hebben de San verschillende namen, die hen altijd zijn gegeven door overheersende vreemdelingen. De Nederlandse en Engelse kolonisten noemden hen Bosjesmannen of Bushmen. Antropologen gaven hen de naam San, een Nama woord. De San in Zuidelijk Afrika noemen zichzelf het liefst ‘het Rode Volk’. Sub-groepen noemen zichzelf vaak naar hun taal. Zo voeren de San rond D’Kar ook wel de naam Naro.