Coono du reér / Nothing's in vain

Mix van traditie en pop

Youssou N'Dour's langverwachte nieuwe album voor de Europese markt, Nothing's in vain (Coono du reér) ligt eindelijk in de winkels. Het album is opgenomen in de Xippi-studio's in Dakar en uitgegeven door Nonesuch/Warner Music. Nothing's in Vain borduurt voort op Youssou's vertrouwde mix van traditionele en moderne muziek. Voor sommigen is de muziek van deze CD te gepolijst. De meeste kritieken zijn daarom niet al te positief.

Op 'Nothing's in vain' heeft Youssou zich meer vrijheid veroorloofd in het gebruik van traditionele instrumenten zoals de kora, de xalam (Senegalese luit) of de riti (Senegalese éénsnarige viool) in combinatie met Senegalese percussie (sabar en talking drum) en swingende gitaren zoals op eerdere albums.

Youssou is erin geslaagd door middel van het gebruik van traditionele instrumenten een nieuw geluid te maken, waarin hij geen traditionele muziek speelt. Deze muziek speelt op zijn Senegalese release 'Ba Tay' (Jololi) veel meer een hoofdrol in de vorm van sabarritmes en de tama (talkingdrums). Op 'Nothing's in vain' staan vooral de popsongs van Youssou N'Dour, die veel charme bezitten.

Het album opent met 'Tan bi' over wat het klimaat met de mens doet. Het lied heeft een subtiele klank en een melodie die blijft hangen, vooral door de combinatie van het elektronische en traditionele geluid. Dat laatste wordt weer versterkt door de percussie, de kora, de balafoon en de riti die door het zachte lied 'heenkraakt'.

Op 'Moor ndaje' verkondigt hij dat het onmogelijk is alles te weten, en op 'Genné', een stemmige, zwaarmoedige gedachte over de misère van de vluchtelingen, sierlijk begeleid door een houten Senegalese fluit. Veel nummers zijn een beetje zwaarmoedig, hoewel het effect meer sentimenteel is.

'Mbëggéél noonu la' is klassieke mbalax met zoete vrouwenzang, gitaar en de xalam, over hoe de liefde kan zijn. Op 'Doole' - ga met respect om met je medemens - en 'Sagal ko' - de verering van haar - zijn ook ritmische grooves met akoestische elementen verweven. Daarna komen er twee songs die gewijd zijn aan de vrouw. Op 'La femme est l'avenir de l'amour', vormt de rustige, mooie stem van N'Dour een contrast met het opzwepende ritme van de band. Hij somt het werk wat vrouwen doen op, en vraagt dan: 'Vind je niet dat zij een beetje respect verdienen, een beetje dankbaarheid?'

Het nummer 'Yaru' is een mooie remake van een nummer wat op zijn CD 'Joko' te vinden is. Wederom gaat dit nummer over respect voor de ander en het bereiken van eenheid onder de mensen.

N'Dour zingt op twee nummers in het Engels, 'So many men' een stemmige ballade die hij samen zingt met Pascal Obispo, en de hoopvolle, lofzang-achtige afsluiter, 'Africa, dream again'. Deze twee zijn niet zijn beste songs, omdat hier de elektronische muziek veel overheerst. Hierdoor lijkt het een popballade te worden. Maar toch doen ze hun werking. Hij wisselt gemakkelijk tussen Frans, Engels en Wolof, wat het effect heeft dat een ieder zich in zijn muziek en zang kan inleven.


Dit album heeft Youssou met zijn gebruikelijke groep 'The Super Etoile' gemaakt. De muziek die zij maken lijkt zacht en rustig, maar al gauw worden het nummers die goed dansbaar zijn. N'Dour gaat door het maken van dit laatste album door met het uitdagen van de kritiek van de aanhangers van de traditionele muziek in zijn thuisland, wereldmuziekaanhangers en popmuziekfanaten. Dit beschrijft heel goed wie N'Dour is als artiest. De muziek van Youssou N'Dour die we al kennen: een kleurrijke menging van verschillende stijlen, die verrast in 'Nothing's in vain'.

Voor meer informatie zie ook:
Nonesuch
Youssou N'Dour



[Youssou N'Dour: Nothing's in vain: Nonesuch/Warner Music, 2002]
[Fotografie: Cover CD: Marci di Lauro (AP/Wide World Photos); alle andere foto's: Seth Taras]

Janet, november 2002.