Interview met Laye Ananas

Ambassadeur van de Afrikaanse Cultuur

Abdoulaye Dieng alias Laye Ananas, danser, zanger en choreograaf, werd geboren op 27 februari 1968 in Dakar, Senegal. In Dakar richtte hij Bidiiw Production op, dat bestaat uit 24 getalenteerde Senegalese dansers en percussionisten. In hun show gebruiken ze niet alleen traditionele instrumenten, maar ook veel acrobatiek, zoals: lopen op glas, vuurspuwen, etc. Laye wil mensen op zijn manier helpen: hij wil ze een kans geven om in hun beroep werkzaam te zijn en zo een toekomst te hebben. Ook organiseert hij een benefiet tournee waarvan de opbrengst naar de families van de slachtoffers van de Joola boot gaat en naar de familie van de beroemde Senegalese drummer Ogu Diagne die in maart van dit jaar overleed. Dit is niet alles: hij wil ook de Senegalese schilder Martin Sokho steunen, die bij ieder optreden zijn werken exposeert. Voor exacte data en locaties van zijn tournee in Nederland, kijk op de concertagenda.

In mei en juni komt Bidiiw met de show 'The Lions of Africa' naar Nederland. Ter voorbereiding is Laye al in Nederland, en onlangs kreeg Africaserver de kans om met hem te praten. Een man die veel te vertellen had en die veel heeft meegemaakt.


Hoe ben je danser geworden?
Ik werd geboren als griot. Mijn hele familie is griot, we kunnen alleen maar iets doen als artiest. Eerst werkte ik in een meubelfabriek, maar ik was vaak ziek: ik was niet echt sterk en erg mager. Volgens mijn vader was deze baan te zwaar voor mij, omdat je het hout op je hoofd moest dragen. Twee jaar later overleed mijn vader. Toen zei mijn moeder: 'OK, het is nu tijd om weg te gaan.' Ze wilde dat ik als kleermaker ging werken. Na wat ruzietjes verliet ik de fabriek en was ik altijd op straat te vinden om hiphop en breakdance te dansen. Mijn moeder vond dit niet leuk. Ik nam altijd het tapijt van thuis mee om op te breakdansen. Mijn moeder ontdekte dat en strafte mij. Ik had ook veel problemen met mijn broers die niet achter wat ik deed stonden.

Wie leerde je dansen?
Niemand. Toen ik nog een kleine jongen was organiseerden wij in ons huis iedere zaterdag kleine danscompetities. Toen begon ik van het dansen te houden. Daarna ging ik iedere zaterdag naar georganiseerde feesten. Daar móest ik gewoon heen, omdat ik van dansen hield. Mijn familie en andere mensen konden wat ik deed en mijn manier van kleden niet accepteren. Sommigen vonden me stom of noemden me een homo. Ik heb ook veel vriendinnetjes verloren om hoe ik eruit zag. In Senegal denken de mensen op een bepaalde manier, maar ik was niet zoals hen, ik was anders. Ik kleedde mij altijd om naar de disco te gaan; die was van 6 tot 10 uur 's avonds open. Als ik dan door de straten liep, moest iedereen lachen. Sommigen wisten mijn tijd en kwamen uit hun huis om daar op mij te gaan zitten wachten. Ik reageerde niet, ik liep hen langzaam voorbij.

Later trad ik samen met een collega in deze discotheek op. Op een dag schreef een journalist over ons in een krant. Dit maakte ons een beetje populair. Het artikel bewees dat ik niet gek was, dat ik gewoon artiest was. Toen begon ik meer op te treden, in hotels en op verschillende podia. Daarna was ik support-act van een show.

Toen besloot ik dat het tijd voor mij was om naar Europa te gaan. Ik dacht dat Europeanen mij beter zouden begrijpen. Ik praatte met mensen die al in Europa waren geweest en waren teruggekeerd naar Senegal. Bijvoorbeeld Maramatha Sylla, hij danste bij Boney M. Hij was ongeveer 30 jaar ouder dan ik en als een broer voor mij. En Sylla, een Diola, die met zijn vrouw en kinderen in Nederland woonde. Ze gaven mij beiden vertrouwen in mijn tocht naar Europa en ze gaven me veel raad.

En toen ging je naar Duitsland?
Eerst was ik 5 dagen in Frankrijk en ging daarna naar Duitsland. Ik zou eerst naar Amsterdam komen, via Senemali. We maakten samen een toer door Senegal die erg succesvol was. Ze realiseerden zich dat ze een echt spektakel misten. Maar er waren wat problemen, en we konden niet komen. Ik wilde echt naar Amsterdam. Iedereen die ik ontmoette zei dat mijn plaats Amsterdam was.

Ik hoorde dat je de 'Ambassadeur van de Afrikaanse Cultuur' werd genoemd?
In Senegal trof ik veel mensen aan - artiesten en muzikanten - die de weg in hun leven kwijt waren: ze wisten niet op welke dag zij geboren waren en gingen niet naar school. Ik hielp ze met hun papieren en ondersteunde ze financieel. Ik wilde hen in de goede richting helpen. Wat later hielp ik hen naar Europa te reizen.

Je keerde naar Senegal terug en begon deze mensen te helpen. Had je voor die tijd iets in je gedachten?
Ja. Ik zat een keer in de gevangenis in Duitsland, omdat ik illegalen hielp en hen in mijn huis nam. Hier droomde ik over alle grote sterren, alle grote mensen. Nadat ik uit de gevangenis kwam reisde ik naar Amsterdam en had mijn eerste optreden in 1993. Ik ontmoette verschillende bekende Nederlandse sterren en trad met hen op. Op het Museumplein trad ik met Thijs van Leer en Ali N'Diaye Rose op en ze vonden mijn act echt leuk. Sommige artiesten nodigden mij uit om mee te werken aan hun project. Dit is allemaal te zien op mijn website.

Toen begon je met Bidiww Production in Senegal?
Het heette eerst 'Les Etoiles Bleus', daarna veranderden we de naam. Toen ik in Nederland was, hielp ik veel Senegalese artiesten, maar ze hadden geen sofi-nummer. Hierna had ik veel problemen met de belasting: ik moest alles voor hen betalen. Ik kreeg er genoeg van een klein beetje geld te verdienen voor een voorstelling om dan alle noodzakelijke kosten te betalen. Dit was niet echt mijn droom: ik wilde een echte artiest zijn. Ik had echt geen ruimte om mijzelf artistiek te ontwikkelen.

Daarom ging je terug?
Een keer ging ik naar een concert en zag daar een Afrikaanse groep en zij werden erg goed behandeld. Ik realiseerde me: 'Als je naast de deur woont zien ze je niet als een goede artiest en betalen ze je niet. Deze groep die ze hier brengen kennen ze beter dan ik, waarom is het voor ons niet zo?' Dus om mijn droom waar te maken moest ik naar Senegal teruggaan om nieuwe dingen te creëren en die naar Europa te brengen. In Nederland was het ook moeilijk om iets te ontwikkelen, omdat iedereen zijn eigen dingen had en ze allemaal op verschillende plekken woonden. Voordat we gingen optreden was er geen repetitie: we ontmoetten elkaar en improviseerden. En dat vond ik helemaal niets, het betekende voor mij dat ik me niet kon ontwikkelen. Ik ging terug naar huis en probeerde met mensen te werken die tijd voor me hadden.

Zoals ik al eerder zei hadden de mensen in Senegal veel problemen: ze moesten elke dag geld zoeken om aan hun familie te geven om eten te kopen. Ze werden 's morgens wakker, pakten hun tama, gingen naar feesten om daar te spelen, kregen geld en gingen terug naar huis om het aan hun vrouw te geven. Ik zei als ik deze mensen wil helpen moet ik eerst hun problemen thuis oplossen. En ze begonnen me toe te laten. Eerst was het niet gemakkelijk omdat ik hun vertrouwen nodig had. Ik bewees hen dat ze me wel moesten vertrouwen en dat ik geen grapje maakte. Veel Senegalese artiesten die naar Europa komen beloven deze artiesten veel dingen en stelen dan hun 'geheim'. Ik organiseerde een grote auditie waar dansers en percussionisten van heel Senegal kwamen. Maar ze zeiden nog steeds: 'Het is allemaal flauwekul, je zult alleen de mooie plaatjes, de show gebruiken, en dan zul je de show willen verkopen.' De eerste reis met hen maakte ik naar België en iedereen was verrast, omdat ze niet hadden verwacht dat ik het serieus meende. Ik betaalde alles voor hen, voor meer dan 30 artiesten. Na onze terugkeer in Senegal begonnen ze me langzaam te vertrouwen.

Maar ik had nog steeds problemen met de tabala (een gesloten houten drum, in de vorm van een ketel, die een speciaal geluid voortbrengt door zijn gesloten bodem). Sommige spelen het met de hand, sommige met een stuk hout. Religieuze moslims stonden niet achter het idee om sabar ritmes met de tabala te spelen, omdat de tabala alleen door deze religieuze moslims gespeeld wordt. Toen ik de tabala nam en deze samen met de talking drums in sabarritmes gebruikte, begonnen alle religieuze mensen te klagen. Maar ik zei hen dat ze me niet konden beschuldigen, omdat in de koran geen enkel ritueel dit verbiedt en het staat ook niet in de Senegalese wet geschreven. Dus konden ze niets doen en ik won. Ik bewees dat het erg succesvol was en sommige mensen werden boos, omdat ze er zelf niet opgekomen waren. Het was mijn idee.

Waar haalde je het geld vandaan om hen te helpen? Verdiende je dit of kreeg je steun van de regering?
Ik krijg subsidie van enkele reisbureaus in Senegal. Ik maak veel reclame voor hen als ik optreed. Ik was ook twee maanden in de V.S. en gaf daar enkele workshops. Ik trad ook buiten Nederland op. Ik nam al het geld mee terug. Met dat geld loste ik de problemen op en kocht nieuwe instrumenten. Ik spaarde veel geld op de bank met het doel om verder te gaan met mijn plannen.

Je bent met twee projecten bezig: het Joola project en het vredesproject voor de Casamance. Waren deze projecten jouw eigen ideeën?
De Joola-boot zonk. Er zijn wat problemen in de Casamance. Ik wilde een oplossing voor deze problemen vinden, een eind maken aan de gevechten. Eerst probeerde iedereen in Senegal vrede te brengen, maar het werkte niet. Ik vond een manier en dacht dat het voor 99 % zou werken. Ik wilde een carnaval in de Casamance organiseren, in Ziguinchor. Ik ontmoette het hoofd van de Diola en praatte met hem. Hij steunde het idee. Toen we werden voorgesteld aan wat Diola-artiesten ontdekten we dat wat we bijna hetzelfde doen. Hun manier van kleden was bijna hetzelfde als die van ons en dat was echt interessant. Ze vonden het hele idee leuk, omdat wij de wortels van Senegal terugbrengen. We brengen 100 % Senegalese cultuur. Daarna vertelde ik het idee aan de minister van cultuur in Dakar en hij wilde me echt steunen. Toen er een aanval was in Ziguinchor, besloot ik daar niet naartoe te gaan en het carnaval in Dakar te organiseren. Ik wil dat artiesten van over de hele wereld komen en meedoen. Ik heb contact gelegd met veel Senegalese artiesten en ik heb veel artiesten die ik heb ontmoet uitgenodigd, ze staan allemaal 100 % achter mij.

En steunt de minister je?
Ja, ook de minister. Op dit moment geeft hij me geen geld. Maar de burgermeester van Dakar schreef me een brief waarin hij zegt dat hij alle kosten wil betalen. De minister van Justitie, de minister van Cultuur en de president van Senegal, ze steunen het allemaal. Van de regering heb ik wel beveiliging nodig. Daarna nomineerde de burgermeester mij en gaf me een medaille. Daarmee geven ze mij de gelegenheid om over de hele wereld te reizen om met de burgermeesters van de steden te praten. Ze gaven me ook een brief waarin staat dat ik naar ieder land kan gaan om jongeren mee te nemen naar Senegal en Senegalese jongeren mee te nemen naar andere landen: om de culturen uit te wisselen. Maar de dag dat ik de medaille zou krijgen hoorde ik dat de Joola boot gezonken was en laste ik de publieke nominatie af.

Toen begon je de Joola benefiettoer?
Ja. Ik doe deze tournee om meer contact te krijgen met journalisten en groepen muzikanten en dansers: iedereen die echt vrede zoekt. En ik wil dat ze hieraan meedoen. Mijn posters over de vrede in de Casamance kun je overal in Senegal zien. Nu zijn Youssou en ik populair in Senegal. Ik ben door de Senegalese televisie uitgenodigd, samen met wat bekende artiesten. Ik praatte maar door over de vrede in Casamance, ik had me er echt helemaal op geconcentreerd. De mensen in Senegal proberen het te verbergen, maar ik zei: 'Luister, laten we het nu stoppen, voordat het erger wordt.'

Heb je contact met Youssou N'Dour of werken jullie samen?
Nee: hij heeft over me gehoord en kwam naar mijn kantoor. Hij was niet verrast om van me horen, omdat we in dezelfde buurt wonen. Een keer waren we beiden uitgenodigd om op te treden bij een worstelwedstrijd. Youssou N'Dour zou na mij komen, maar toen ik optrad laste hij zijn act af, maar hij was er wel.

Op de website van Bidiiw Production meer informatie over de Joola benefiettournee door Europa en foto's:
www.bidiiwpro.sn

Artiesten kunnen aan het carnaval in Dakar meedoen,
aanmelden via e-mail:
bidiiwprod@hotmail.com

[Foto's: Copyright Bidiww Production]

Janet, april 2003