Trots om muzikant te zijn

Artiesten in Malawi genieten van de vrijheid

In het tijdperk van globalisering valt er in veel landen een interessante trend te bespeuren: lokale popcultuur wint aan populariteit. Een tegenreactie op de allesoverheersende Amerikaanse film- en muziekcultuur, zouden sommigen zeggen. Maar in het geval van een aantal Afrikaanse landen zijn er meer oorzaken aan te wijzen. Politieke verandering, economische liberalisering en een verruiming van de culturele blik gaan soms gelijk op, waardoor artiesten meer kansen krijgen om op te treden en hun muziek te verkopen.
Een dergelijk proces vond de afgelopen jaren plaats in Tanzania waar de ene na de andere opnamestudio de deuren opende, een explosie van cassette-uitgaves plaatsvond en in het snel groeiende medialandschap maandelijks nieuwe pop-artiesten opstonden. Waar de politieke en economische veranderingen in Tanzania geleidelijk gingen, maakte buurland Malawi een veel radicalere verandering door van een alleenheerschappij tot een democratische staat. Onder de heerschappij van Banda (tot 1997) werd er voornamelijk naar Amerikaanse en Congolese muziek geluisterd. De muziekindustriue in het land was nauwelijks ontwikkeld, zo waren er voor lokale artiesten weinig mogelijkheden om op te nemen en op te treden. In de laatste vijf jaar is dat veranderd: volgens de lokale auteursrechtenorganisatie worden er van de cassettes van grote namen zoals Mlaka Maliro en Kenneth Ning'ang'a meer dan honderdduizend exemplaren verkocht. Bassist Cleophus Banda in Malawi Inside:

'Malawiaanse muzikanten zijn nu trots op hun beroep want ze kunnen er van leven, in tegenstelling tot de tijd van de éénpartij-staat, toen muzikanten hun creativiteit niet konden ontwikkelen. De huidige democratie stimuleert ons om ons creatieve mogelijkheden te ontwikkelen en te exploiteren. Het gevolg is dat weinig Malawianen nu nog geinteresseerd zijn in westerse muziek'.

De groeiende competitie beweegt artiesten, producers en muziekpromoters ertoe om nieuwe manieren te zoeken om het publiek te binden en om hun marktaandeel te vergroten. De laatste tijd mag muziek uit Malawi zich verheugen in belangstelling vanuit Zambia, waar een deel van de bevolking ook Chichewa spreekt. Optredens worden er goed bezocht en een aantal artiesten verkoopt cassettes en cd's.

In Europa is het vooralsnog een stuk lastiger om muziek uit Malawi te bemachtigen. De beste bron is het kleine label Pamtondo, dat wordt beheerd door een arts uit Malawi die sinds de jaren 60 in Schotland woont. De afgelopen tien jaar heeft Pamtondo een tiental cassettes en later cd's uitgebracht met een doorsnee van populaire muziek uit Malawi. Niet in elke winkel te koop, en de albums zijn niet gestoken in glossy covers, maar de kwaliteit van het materiaal doet gauw vergeten dat we met zelfgebrande cd's (overigens wel legale uitgaven) te maken hebben. Een recente sampler-cd met een zestal nummers geeft een eerste indruk van de catalogus van Pamtondo. De liedjes hebben een bepaalde charme die aan low budget-opnames voorbehouden lijkt, geen spoor van overdadige galmeffecten en compressie die alle dynamiek vermorzelt. Volgens label-eigenaar John Lwanda heeft veel moderne muziek in Malawi haar oorsprong in de liedjes die vrouwen zingen tijdens de bereiding van maismeel. Met wat verbeelding zie je het stampen voor je, vooral bij de twee nummers van de Kamwendo Brothers Band, akoestische dansmuziek met een soort banjo, rauw klinkende bas, stevige percussie en een gescandeerd refrein. De andere liedjes op de compilatie, van George Mbendera en Saleta Phiri, doen meer denken aan de dansbare electrische gitaarpop van de buurlanden. Helaas ontbreekt een cd-boekje met info over de muzikanten, maar de website van Pamtondo bevat een paar aardige achtergrondartikelen en geeft meteen de mogelijkheid om cd's te bestellen.

Website: http://pamtondo.virtualave.net
De cd's zijn ook op bestelling leverbaar bij Boudisque in Amsterdam.

Thomas, maart 2003. Dit artikel verscheen eerder in het tijdschrift Zuidelijk Afrika van Niza.