Gokh-Bi en Djoloff

Senegalese rap ontmoet muziektradities

Na de toernees en cd-uitgaves van Positive Black Soul en Daara J tussen 1995 en 1999 hebben we in Nederland lang niets nieuws vernomen van de rap-scene van Dakar, Senegal. En dat is jammer, want Dakar bruist van de aktiviteiten op het gebied van de hiphop-cultuur. Maandelijks verschijnen er meerdere nieuwe rap-cassettes, en op de talloze muziekfestivals staan ook altijd wel minstens twee rapgroepen. Eerder dit jaar verschenen er twee nieuwe Senegalese rap-cd's op de internationale markt.

Lokale musici hebben de populariteit van rap in Senegal vaak verklaard aan de hand van de geschiedenis: de orale tradities, met de slavenhandel uit West-Afrika weggevoerd, zouden middels rap weer terug naar huis komen. Inderdaad bestaan er in Senegal muzikale tradities die verwantschap vertonen aan Amerikaanse rap-vocalen. Het leek dus logisch dat er fusies zouden ontstaan tussen Amerikaans/Franse rap en Senegalese stijlen.

In de jaren 90 zijn er verschillende groepen geweest die een kruisbestuiving tussen verschillende genres aangingen. Interessant was de jonge groep Black Mboolo, die op inmiddels 3 cassettes de Senegalese mbalax mixte met rap-teksten. Veel rapgroepen gebruikten traditionele muziekinstrumenten op hun albums, en Positive Black Soul toerde met djembe-spelers.

Tot nu toe lag het zwaartepunt bij de meeste acts echter op stijlen die verwant waren aan de Franse en Amerikaanse rap. In Europa duurde het even voor we mochten kennismaken met lawane, een Senegalese vocale stijl. Twee recente cd-uitgaves trokken de aandacht met een bijzondere fusie van stijlen.


Gokh-bi
Gokh-Bi is een rapgroep met een sterke invloed van de traditionele muziek uit de verschillende Senegalese regio's. De groepsleden hebben verschillende ethnische achtergronden: Jola, Serer en Wolof. In hun muziek gebruiken ze onder andere de ekonting, een driesnarig muziekinstrument uit het zuiden van het land.

Voor hun laatste twee projecten werkten ze samen met de Amerikaan Tony Vacca. Deze percussionist, die vanuit een interesse in de oorsprong van ritmes in de Amerikaanse muziek regelmatig naar Afrika reist, was in 1995 een muzikale samenwerking aangegaan met percussionist Massamba Diop, vast bandlid van Baaba Maal. Die introduceerde hem bij de rappers van Gokh-bi.
Een eerste samenwerking vonden ze in de cd 'Rhythm griots' waarop Senegalese en Amerikaanse muzikanten van verschillende generaties samenspeelden. De daaropvolgende toer bracht hen samen met Abiodun Oyewole van de Amerikaanse rap-poetry pioniers The Last Poets.

De nieuwe cd 'Suma deuk waay' is meer gericht op rap in al zijn verschijningsvormen. Tama-speler Massamba Diop is weer van de partij met een aantal Senegalese gastmusici. Opvallend is de afwezigheid van electrische instrumenten; afgezien van een enkele drummachine is de cd geheel akoestisch opgenomen. In het eerste, door talking drum gedreven nummer wordt de toon gezet; sobere muzikale begeleiding van raps die zich niet in het keurslijf van de Franse of Amerikaanse rap laat dwingen. De groep slaat erin om een brug te slaan tussen griot-muziek - die nog steeds erg populair is in Senegal - en de hiphop-cultuur waar Senegalese jongeren zich mee identificeren.

Real Africa - Suma deuk waay: West African hip-hop, rap & poetry. Te bestellen via www.tonyvacca.com


Djoloff
Waar Gokh-Bi de moderne rap benadert vanuit traditionele stijlen, doet Djoloff bijna het tegenovergestelde. Hun zorgvuldig uitgebalanceerde produkties zijn gebaseerd op een vierkwartsmaat zoals de meeste rapmuziek, een beat uit de sampler en een aankleding met traditionele instrumenten.

Het trio woont al jaren in Parijs, en ergens midden jaren 90 besloten ze om in hun performance meer aandacht te geven aan de tradities van Senegal. De laatste jaren was Djoloff regelmatig te zien op festivals in Frankrijk met hun optredens in grand boubou (Senegalees gewaad) en met begeleiding van kora en djembe. Daarnaast onderkent de groep de educatieve waarde van hun muziek door concerten en workshops op scholen te geven waarin aandacht wordt besteed aan de rijkdom van de traditionele Afrikaanse culturen, en aan de positie van Afrikaanse immigranten in Europa.
Teksten zijn politiek bewust, met een oproep aan Afrikanen om hun eigenwaarde terug te vinden. In 'Khessal', over culturele vervreemding en gebruiken zoals de huidcremes die vrouwen gebruiken om hun huid lichter te maken: 'als we niet onze eigen produkten gebruiken, doet niemand het, en sterft onze cultuur uit'.

Ruim 2 jaar geleden tekende Djoloff een platencontract, maar het duurde tot dit voorjaar voordat de cd 'Lawane' in de winkels lag. Het resultaat is indrukwekkend; rap, ragga en r&b vocalen over hiphop- en raggabeats met loopjes van kora en andere west-Afrikaanse instrumenten.

Zoals eerdere Senegalese rap-cd's (Daara J en Positive Black Soul), wordt 'Lawane' gedistribueerd door een major label, de Franse tak van Universal Records. Wellicht onder druk van de platenmaatschappij klinkt de cd ook vrij commercieel. Terwijl Gokh-bi weinig concessies doet aan de luisteraar, hebben de meeste nummers van Djoloff een meezing-refrein. Daardoor is er ook hitpotentie, en het zou zeker aardig zijn als er eens een Afrikaanse rapgroep zou doordringen tot in de Europese hitlijsten. Januari 2001 stond Djoloff op Noorderslag in Groningen en de komende maanden toert de groep in Frankrijk en Engeland, zie www.lavariete.com voor een toerschema.

In een online documentaire (20 minuten, Franstalig) is Djoloff te zien en horen, en leggen ze uit wat hen drijft, zie www.africanhiphop.com.

'Lawane' is op internet te bestellen via Amazon.fr. Een dezer dagen verschijnt ook 'Run cool', de nieuwe cd van Positive Black Soul, met medewerking van o.a. Kimani Marley. Deze is ook reeds te bestellen via het web.

T.G., maart 2001